Het begrip georganiseerde criminaliteit lijkt onlosmakelijk verbonden met ondermijning
en wordt om die reden vaak als synoniem gebruikt. Er is een klein maar belangrijk
verschil tussen beide begrippen. Er is sprake van georganiseerde criminaliteit als
het gaat om groepen die primair gericht zijn op illegaal gewin. Deze groepen plegen
systematisch misdaden met ernstige gevolgen voor de samenleving en zijn in staat zijn
deze misdaden op betrekkelijk effectieve wijze af te schermen. Ze zijn bereid fysiek
geweld te gebruiken of personen door middel van corruptie uit te schakelen. (Enquêtecommissie
opsporingsmethoden, 1996, p. 24-25). Ondermijnende criminaliteit is een breder begrip,
niet per se gepleegd door groepen. Bij georganiseerde criminaliteit is per definitie
sprake van ondermijning. Maar voor een ondermijnend effect op de samenleving hoeft
er geen sprake te zijn van (georganiseerde) criminaliteit.
Om van ondermijning te spreken is een aantasting van de rechtsstraat of samenleving
in brede zin noodzakelijk. Er zijn strafbare en niet strafbare vormen van ondermijning.
Het is van belang hoe de overheid op deze vormen reageert. Een wijkagent die niet
optreedt als dat geboden is of belangenverstrengeling van een bestuurder zonder dat
er sprake is van corruptie zijn voorbeelden van niet strafbare gedragingen die wel
ondermijnend zijn. Het ontwrichten van de samenhang in wijken, het op grote schaal
systematisch schenden van wettelijke normen, of intimidatie, omkoping of chantage
van burgers, bedrijven, bestuurders en het ambtelijk uitvoerend apparaat zijn gedragingen
die én ondermijnend én strafbaar/crimineel zijn.13
Denk bij georganiseerde ondermijnende criminaliteit aan drugsgerelateerde criminaliteit,
mensenhandel, milieucriminaliteit, witwassen en vastgoedfraude. De zogenaamde Outlaw
Motorcycle Gangs (OMG’s) zijn daarnaast verenigingen waarvan algemeen aangenomen wordt
dat het criminele organisaties betreft, die zich met onder andere voornoemde strafbare
feiten bezighouden.
Criminelen zijn in de meeste gevallen actief in de drugshandel, omdat hier grote winsten
mee behaald kunnen worden. De ontwikkelingen in de drugsproductie en drugshandel zijn
moeilijk in kaart te brengen. Hoeveel er in Nederland aan drugs wordt geproduceerd
en verhandeld kan slechts worden geschat. De politie rolt wel kwekerijen en laboratoria
op, maar die aantallen worden net zo goed bepaald door het aantal bestaande productielocaties
als door de mankracht die de politie en justitie kunnen en willen inzetten voor de
opsporing en vervolging daarvan. Evenmin is er een goed beeld over de zogenaamde ondermijnende
effecten van de drugsproductie en -handel, die zich bijvoorbeeld uit in bedreiging
van gezagsdragers.14
Criminelen maken gebrik van de mogelijkheden die de overheid en andere gevestigde
instituten hun bieden voor het uitvoeren van hun criminele activiteiten. Ze hebben
informatie en vergunningen nodig van de lokale overheid. Ze hebben een bankrekening
nodig en moeten banktransacties uitvoeren om hun criminele geld wit te wassen. Voor
het investeren in onroerend hebben ze makelaars, projectontwikkelaars en notarissen
nodig. En ze laten signalen van hun criminele activiteiten achter, die de overheid
kan opvangen als ze goed kijkt. Groepen, families, individuen, maar ook bedrijven
en ondernemers die actief zijn in of vanuit het criminele circuit zoeken voortdurend
naar mogelijkheden en ruimte om de situatie naar hun hand te zetten. Daarbij beschikken
ze vaak over allerlei hulpbronnen, zoals kennis over de sociale en machtsverhoudingen
in de wijk of buurt, sociale en familiaire netwerken, en over fysieke hulpbronnen
(indrukwekkend voorkomen, brutaliteit), liquide middelen en intermediairs (faciliteerders).
Aan de andere kant is het de overheid die vergunningen verleent en toezicht moet houden
op de daarin gestelde voorwaarden. Daarbij kunnen signalen van criminaliteit worden
opgevangen of niet. En als ze worden opgevangen, kan er iets mee worden gedaan of
niet. En dat doen kan weer conflicteren met beleidsdoelstellingen of politieke prioriteiten.
Lam, J., Wal, R. van der, & Kop, N. (2018), sluipend gif, een onderzoek naar ondermijnende
criminaliteit, Den Haag: Boom criminologie PDF
Jong, J. de (2018), Het mysterie van de verdwenen criminaliteit, Den Haag: Centraal
Bureau voor de Statistiek
Weblink
Kolthoff, E., Khonraad, S. (2016), Ondermijnende aspecten van georganiseerde criminaliteit
en de rol van de bovenwereld, Tijdschrift voor Criminologie, 2 (58), 76-90 Weblink